Mongolië
Blijf op de hoogte en volg Dennis
22 Augustus 2012 | Mongolië, Ulaanbaatar
’s morgens vroeg, na een lange zit van 5uur op het station komt er op het bord te staan welk spoor mijn trein vertrekt. Al gouw kom ik veel Spanjaarden van mijn laatste hostel tegen die ook in de zelfde trein zitten. In mijn wagon zit maar 1 Mongoliër, de rest allemaal toeristen uit Europa. De Mongoliër zit in mijn hut, spreekt geen engels maar ben benieuwd wat hij smokkelt;). Verder deel ik het met een Zwitser en een spanjaard. Dit is toch een stuk relaxter reizen, beetje babbelen, biertje drinken. Na een paar uur geslapen te hebben en bijna bij de grens komen, begint de Mongoliër zwarte tassen open te snijden en haalt er grote pakken met lakens of hele foute gordijnen eruit. Samen met het treinpersoneel begint hij alles te verstoppen in de trein. Tijdens de grens controle van Rusland-Mongolië zie je hem heel zenuwachtig om het hoekje van onze hut kijken. De Russische douane is makkelijk bij ons maar de Mongoliër moet alles laten zien, waar zijn spullen liggen. Maar het gaat goed, na afleveren paspoorten en visa mogen we allemaal het perron op. Waar iedereen door de hitte en het wachten in de hut drinken inslaat.
Als de trein verder gaat en we richting de mongool paspoort controle gaan, merken we allemaal dat de wc op slot zit. Het personeel verteld ons dat het verplicht is en dat we geen bier meer mogen drinken. De stemming word minder, mensen zijn geïrriteerd en willen niet eens meer drinken, alleen een wc. Gelukkig heb ik een sterke blaas en ondervind weinig hinder. Als alle paspoorts ingenomen zijn, en alle hutten gecontroleerd zijn kan de Mongoliër ook weer rustig ademen. Mooi om te zien hoe het Mongoolse personeel met hem samen heeft gewerkt. Alle gordijnen moeten dicht blijven, maar we spieken af en toe toch tussen de gordijnen. En bij wat geroep buiten de trein spieken we weer en zien een trotse douanier met 2 zwarte in tape verpakte tassen voorbij paraderen. Ik ben benieuwd of het van onze smokkelaar is. Hij lijkt in ieder geval rustig als alle controles zijn uitgevoerd en we allemaal weer op de gang mogen staan. Aan de andere kant mogen we wel naar buiten kijken, maar daar is niks te zien. Mensen controleren de wc’s weer maar nog steeds mogen ze niet open, tot we weer gaan rijden. Ik heb er gelukkig nog steeds weinig last van, maar veel mensen beginnen nu toch echt te vloeken. Na dik 1 ½ uur begint de trein weer te rollen, en als de Mongoolse vrouw met de sleutel van de wc voorbij komt begint iedereen te juichen! Al snel worden ook weer de inmiddels lauwe pilskes weer tevoorschijn gehaald. De sfeer is weer opperbest, en tot alles op is en we er over een paar uit moeten gaat iedereen slapen.
Ulaanbaatar
Samen met Matthias en Eduard, 2 Duitse jongens die ik in de trein had ontmoet hebben we een hotel gevonden in Ulaanbaatar. Die ochtend heb ik mijn treinkaartje van Ulaanbaatar-Beijing vast opgehaald. Al snel kom ik er achter dat het over steken vergelijkbaar is met India. Alleen zijn de auto’s sneller en groter en de wegen beter. Er zijn hier ook stoplichten, maar daar geeft hier niemand wat om. In het begin is het wennen, maar wachten voor groen is geen optie hier. Zodra het licht eindelijk op groen springt en veilig denkt over te steken staat er 10 meter verder op een verkeers agent die 10 tallen snel accelererende auto’s op je afvuurt die allemaal toeteren als gekken. Dus mee lopen met de lokale bevolking, goed opletten hoe zij het doen en af en toe in het midden van de weg wachten als auto’s aan 2 kanten met hoge snelheid passeren.
Later die dag kom ik Matthias en Eduard weer tegen. Ook hun zien er de lol wel van in om grote wegen over te steken. Als we wat gaan drinken besluiten we om volgende dag naar een natuurreservaat te gaan Gorkhi-Terelj. Het zou 1 ½ uur duren met de bus, dit werden er 2 ½ door de grote gaten in het wegdek. Maar het was het wachten waard. Wat is het hier mooi, gebergte en grote vlaktes met hier en daar een Ger. Wij hebben ook een Ger gevonden waar we konden slapen. Met een mooie kachel in het midden, die we ’s nachts ook flink gebruikt hebben.
Na een flinke wandeling toch maar besloten om dit voortaan te paard te doen. Al snel komen we er achter dat “Chu!” wordt gebruikt om het paard sneller te laten lopen. Als er een Chinese meid op een paard voorbij komt in een slakke tempo. En ik tegen haar zeg dat ze “Chu!” moet roepen, als ze eventueel wat harder zou willen. Reageert zij niet op mijn welbedoelde commentaar, maar het paard is wel geïnteresseerd, en sprint weg met een gillende meid er boven op, whoops. Dit was ook niet de bedoeling. Dan gaan we zelf rijden, want dat zag er wel gaaf uit. Voor een uur rijden betalen we 3 euro. We stoppen af en toe bij een veldje om de paarden wat te laten eten, want ze zien er maar mager uit. De gidsen kijken ons dan ook dom aan. ‘’Horse don’t eat, horse “Chu!” , roept de gids. “Yes horse eat”, antwoord ik lacherig. We stoppen regelmatig en roepen dan tegen de gidsen ”Horse chew on grass”. We doorkruisen brede snel stromende revieren, waar we tot onze enkels in het water komen. Het paard moet echt knokken om aan de overkant te komen. Uitgeput komen we terug, en bestellen ons avond eten, we moeten hier 4 uur voor wachten. Onder tussen drinken we wat bier op een rots, en genieten van het uitzicht. Ook hebben we wat vodka voor vanavond gehaald en alvast brandhout klaar gelegd. Want ’s nachts koelt het hier goed af. Onze Ger zit vol met vliegen, als we een aantal pogingen hebben gemaakt om onze kachel aan te steken en al de vliegen hebben uitgerookt is het tijd voor gezellig wat vodka te drinken en na te praten over onze paardrijd tocht. Als de Ger ’s nachts te heet worden lopen we even naar buiten, en staan dan omhoog te staren. Miljoenen sterren en zo dichtbij, kleintjes die grote vlekken vormen, dit had ik zo nog nooit gezien had.
De volgende dag gaan we weer paardrijden, na een duik in de rivier zijn we gelijk fit. Ons ontbijt komt dit keer 3 uur na we het besteld hebben. Het was overigens precies het zelfde alleen de berg rijst was ditmaal nog groter. Na 1 ½ uur een kant oprijden, vragen we de gidsen of we misschien terug kunnen. Iedereen had zadelpijn, en ik had een super snel paard en zelfs schaaf wonden op mijn kont. Mijn paard was goed te besturen, maar als hij links van een boom af wil en ik rechts komt de twijfel en het laatste moment geef ik het paard dan toch maar gelijk en beland al hangend in de boom. Dit gebeurd achter mij nog een keer. Mijn paard wil zo graag vol gas, en de rest van de groep hoor ik alleen maar “Chu!, Chu!, Chu!, Chu!!” roepen waar alleen mijn paard op reageert besluit ik om mijn paard te ruilen. Ik waarschuw haar nog een keer om 1 keer “Chu” te fluisteren. En daar vliegt ze met het paard er gillend vandoor. Verliest nog wat spullen onder weg en verdwijnt in de verte. Iedereen begint super hard te lachen, en ik ben super blij als ik voorzichtig “Chu” roep tegen mijn nieuwe paard. Er gebeurd namelijk niks, dan “Chu!” en nog niks. “Chu!, Chu!, Chu!, Chu!!” en helemaal niks. Heerlijk! Het zadel is veel beter, en mijn benen niet zo hoog als bij het andere paard. Goeie deal. Bij aankomst bedankt de meid me nog een keer, zo’n goed paard heeft ze nog nooit gehad. Ik bedank haar voor het slome paard en fijne zadel. Tijd voor een biertje en ditmaal besluiten we een restaurantje te bezoeken. Na weer een geweldige nacht gaan we laat op de middag de volgende dag terug.
In Ulaanbaatar bezoeken we nog het Zaisan memorial waar je uitkijkt over de hele stad en drinken een biertje en nemen afscheid, de volgende dag gaan de jongens naar Beijing.
De volgende dag verhuis ik naar de grotere slaapzaal, en ga verder Ulaanbaatar bekijken. Ik besluit maar een massage te pakken. Want ik kan bijna niet meer lopen na al dat paard rijden. Na heel wat gekraak en pijn verbijten kom ik weer herboren na buiten. De volgende dag ga ik met Elijah een Amerikaan een museum bezoeken. Later gaan we wat eten in café Amsterdam, en ik vertel dat ik morgen een tent ga kopen en de berg achter ons ga beklimmen. Als er een vrouwtje met een tent voorbij komt en die blijkt te koop te zijn zegt Elijah, misschien ga ik mee. Heb toch een paar dagen niks te doen. We kopen de tent voor 15$ en gaan naar de supermarkt om gedroogd eten te kopen. We spreken voor morgen vroeg af en ik ga naar mijn hostel. Waar ik 3 verhalen aanhoor van mensen die geld, paspoort(incl. visa) en camera ‘’verloren’’ zijn. Zakkenrollers is een groot probleem hier, dat wist ik maar geloofde er niet zo in. Tot nu dan. Wel dacht ik als ik de verhalen hoorden, tja das niet zo heel slim he.
De volgende dag gaan Elijah en ik op pad, richting de enorme berg die boven alle wolkenkrabbers van de stad uitsteekt. Na 6 uur klimmen en lopen komen we bijna bij de top aan. Vermoeid besluiten we op een plat stukje een kamp te maken. Verzamelen steken voor het kampvuur en gaan opzoek naar hout. Bij het kampvuur komen we bij en genieten van het uitzicht over bergen en in de verte Ulaanbaatar. Als we gaan slapen, tenminste een poging wagen merken we hoe koud het is. Na een paar uur geslapen te hebben vind ik het best en start het vuur weer om op te warmen. Ik merk dat het drinkwater en het gras bevroren is. Van Ulaanbaatar is niks meer te zien als de zon op komt. We zitten boven de wolken. We maken warme noodle soep en genieten van de zon en het dikke pak wolken onder ons. We klimmen 50 meter hoger naar de top(2256m) waar we wachten tot het langzaam opklaart. En beginnen aan de terug tocht. Gesloopt komen we aan in Ulaanbaatar. Maar wat was dit gaaf. De volgende dag is mijn laatste dag. Bezoek Ulaanbaatar voor de laatste keer, maak wat foto’s en ga mijn spullen pakken. Spreek nog een keer af met Elijah en duik op tijd mijn bed in, morgen vroeg weer op de trein naar Beijing.
-
25 Augustus 2012 - 16:59
Jacky En Eef:
Hoi Dennis wat een avondtuur echt wel gaaf, de paarden mogen inderdaad meer grassen!!!!
Groetjes Jacky en Eef
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley