Vietnam Cambodja
Blijf op de hoogte en volg Dennis
16 November 2012 | Cambodja, Khett Siem Reab
Als we ’s morgens bij de haven van Rach Gia aankomen blijkt de ferry geen plaats meer te hebben voor onze motoren. We krijgen het advies om naar Ha Tien te gaan waar een ferry voor lokale mensen vertrekt die wel voldoende plaats heeft. Als we bij de ferry aankomen moeten we de motoren zelf in de boot tillen, en krijgen een plekje aangewezen boven op het dek pal in de brandende zon. 5 uur later en 50 meter van het eiland komt er een klein bootje naar ons toe gevaren en vraagt of we over willen stappen. Hannes en ik kijken elkaar lachend aan “ja dat denk ik ook”. Vervolgens roept de kapitein “get out” en we lachen nog harder. Maar dan schreeuwt de kapitein “GET OUT!!” Onze lach verdwijnt en moeten er toch echt aan geloven. De Vietnamezen tillen de motoren in het veel te kleine bootje, wat ook gelijk vol is na 2 motoren en 2 flinke backpacks en 2 toeristen. We hebben de grootste lol als we richting een pier varen waar we de motoren uit de boot moeten tillen. We doen ons best om niet met motor en al in het water te vallen. Als we met motoren en al op het eiland staan en nog droog zijn moeten we nog steeds erg lachen om de kapitein die begon te schreeuwen, we dachten echt dat ze aan het geinen waren. Maar niets is minder waar;)
Omdat we met de lokale ferry zijn gekomen, en we aan de verkeerde kant van het eiland zijn gedropt kunnen we beginnen aan onze tocht over zandwegen en door de jungle. Dik een uur later komen we aan en vinden al snel een bungalow aan het strand voor 10$ per dag kunnen daar verblijven. Het strand is wit, de zee is helder en bij mijn eerste duik kom in Louis weer tegen. Het blijft grappig hoe je vrienden weer ontmoet honderden kilometer verder op. Louis heeft het idee om ‘s avonds een kampvuur te maken op het strand, en vis te kopen op de markt. De kleine vissen spiesen we aan lange bamboe stokken en grillen het als saté boven het vuur. En wat smaken ze goed! De grotere vissen verpakken we in folie met verse kruiden en gooien het in vuur. 1 vis is zelf zo groot dat we met 4 man hier makkelijk van kunnen eten. Iedere avond komen we samen met mensen die we daar hebben ontmoet op het eiland en verschillende vrienden van Hanoi, Hoi An, en Ho Chi Minh en sluiten af met een groot kampvuur waar veel gelachen, gedanst en gek gedaan wordt met de lokale mensen.
Na een week is het tijd om verder te gaan, we gaan richting Cambodja. We moeten deze keer voor de snellere toeristische ferry gaan omdat we anders te laat bij de grens aankomen die om 5 uur sluit. In Ha Tien maken we wat pasfoto’s en hopen dat we geen problemen zullen ondervinden aan de grens met onze motoren. De motoren die overigens niet op onze naam staan omdat het verboden is voor buitenlanders om een motor te kopen in Vietnam. Maar aan de grens gaat eigenlijk alles heel makkelijk. De douane in Vietnam is vriendelijk en we kunnen door naar de douane van Cambodja. Deze kijken een keer naar de motoren en vinden het wel best. Als we onze visa gekocht hebben en al het papier werk hebben ingevuld kunnen we door rijden. We hebben niks voor de motoren hoeven te betalen en niemand heeft in de kenteken papieren gekeken. Cambodja bevalt ons gelijk, de mensen zijn makkelijk, het is er goedkoop en de wegen zijn super. Soms zelfs een beetje saai. We rijden in een snel vaart naar Sihanoukville, waar we afgesproken hebben met Layla, die we ontmoet hebben bij het kampvuur op Phu Quac. Vanuit Sihanoukville boeken we een excursie naar bamboe eiland, waar we met de eigenaar hebben afgesproken dat we zolang op het eiland mogen blijven als we willen. Onderweg was er tijd om te snorkelen en bij aankomst hebben we een maaltijd gekregen van gegrilde Barracuda. De andere toeristen kijken ons maar vreemd aan als we na de maaltijd onze spullen pakken en de jungle inlopen richting de andere kant van het eiland. Want daar deden we het voor, een mooi privé strandje met bungalows aan het strand wat schoon is en Robinson Crusoe waardig. Alleen ’s avonds gaat de generator voor een paar uur aan, voor de rest is hier niks te doen. We lezen, hangen in een hangmat en wandelen door de jungle. Ook kun je de speervis set van de barman lenen. En na 2 dagen oefenen vangen we onze eerste vissen. Helaas zijn ze te klein om te eten en niet lekker genoeg volgens de barman, die adviseert ons om ze aan de honden te geven en die hier duidelijk van genoten hebben.
Helaas is na 5 dagen ons geld op en moeten we terug naar het vaste land. Als we bij de excursie boot aankomen doet de kapitein erg moeilijk en wil geld van ons zien, 2 $ pp. Als we hem kunnen overtuigen dat we in Sihanoukville een pinautomaat zullen zoeken en hem vervolgens te betalen mogen we toch mee met de boot. Ondanks de dreigende wolken boven Sihanoukville varen we toch uit, en als we recht in de storm varen begeeft de motor het. De golven worden groter en groter, het dak wordt van de boot gerukt en iedereen zit nu onbeschut in de boot. Hannes en ik die al in de regen zaten en onze spullen veilig ingepakt hadden in plastic en poncho’s hebben het beter voor elkaar. Er is inmiddels een run op reddingsvesten ontstaan en Hannes en ik zijn de enige zonder zwemvesten. Onze reddingsvesten die we hadden gebruikt om onze spullen droog van de vloer hebben we toch maar afgestaan aan de licht paniekerige mensen. Als er een andere boot aan komt, en iedereen druk aan het zwaaien is met hun reddingsvesten heb ik al besloten als het mis gaat dat alleen mijn rugzak met paspoort mee gaat en naar het dichtstbijzijnde eiland te zwemmen. Gelukkig stopt de boot en sleept ons richting een ander klein eiland, waar we rustig wachten tot de storm verzwakt. Er liggen nu een stuk of 6 kleine bootjes in de Bay vol met toeristen die schuilen voor de storm. Iedereen heeft het koud en is doorweekt. Hannes en ik besluiten het beste er maar van te maken en springen het water in om op te warmen. We worden gevolgd door iedereen van onze boot en daarna de andere bootjes. Als de storm is gaan liggen en de ankers zijn gehesen klimmen we warm weer de boot in. We worden richting Sihanoukville gesleept en op de pier staat de man op zijn 2 dollars te wachten. “Denk hij nu nog echt dat we gaan betalen?” vertel ik hem. We hebben bijna naar een eiland moeten zwemmen en misschien zijn al onze spullen verloren door de regen en de overslaande golven. De andere toeristen hebben zeker waterschade, die geen plastic zakken en poncho’s hadden. Hij reageert simpel met dit is het weer daar kan ik niks aan doen. Ik reageer met dat hij op z’n minst genoeg reddingsvesten had kunnen hebben en had kunnen wachten tot het weer zou opklaren, en dat ik eerst ga controleren of mijn spullen droog zijn, en op ga warmen met een warme douche. Hij reageert met “ok if you dont wanna pay, dont pay” Nou das geregeld. Het was toch al niet de afspraak dat we extra moesten betalen, helemaal niet na dit avontuur.
De volgende dag hebben we onze spullen weer gepakt en zijn met de motor richting de hoofdstad vertrokken. De wegen zijn erg goed en komen 6 uur later aan in Phnom Penh. Hier verblijven we 3 dagen en bezoeken de S21 gevangenis met martel kamers en de Killing Fields van de Khmer Rouge. De Khmer Rouge die onder het bewind van Pol Pot van 1974 tot 1979 bijna de helft van zijn eigen bevolking heeft afgeslacht. Vooral de gruweldaden van de S21 gevangenis hebben een diepe indruk op me achter gelaten, na het zien van alle foto’s de martel kamers en het zien van 1 van de 7 overlevende. Je merkt hoe vers het nog allemaal is, hoe de martel kamers ruiken, en de vele schedels die toren hoog opgestapeld zijn. In de Killing Fields komen na hevige regenbuien nog altijd botten, tanden en kleren door de aarde naar boven. Het is ingrijpend en toch mooi om te zien, vooral hoe mensen na het meemaken van al deze gruweldaden nog altijd zo positief in het leven kunnen staan.
Op naar Siem Reap, het is een lange tocht en besluiten het rustig aan te doen. De wegen zijn weer perfect en ook bijna weer saai. Gelukkig is en blijft de omgeving adembenemend mooi. Afgewisseld door jungle, delta’s en kleine dorpjes en rijstvelden en zo komen we in Siem Reap. Hier gaan we de Angkor Wat tempels bekijken en doen dit natuurlijk op onze motoren. En hoe gaaf is het als je de poorten van de heilige stad binnen rijd op je eigen motor. De tempels zijn schitterend, vooral de combinatie van het steen en de bomen die hun eigen weg in de tempels gevonden hebben.
Na 4 dagen Siem Reap en de tempels van Angkor Wat hebben we een nieuwe route uitgestippeld. We gaan richting Laos, ditmaal door verschillende natuur reservaten. We zijn goed uitgerust met eten, water, extra benzine en hangmatten met mosquito-netten. Het zal spannend worden, kunnen we de motoren over de grens krijgen, hoeveel moeten we betalen als er moeilijk gedaan wordt.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley